Epilepsie is een hersenaandoening die zowel mensen als huisdieren treft. Hoewel deze aandoening relatief zeldzaam is bij katten, komt het vaak voor bij honden. Onvoorspelbare, terugkerende aanvallen veroorzaakt door een elektrische "storm" in de hersenen zijn het kenmerk van epilepsie. Een diagnose van epilepsie wordt pas gesteld nadat alle andere redenen voor dergelijke aanvallen zijn uitgesloten. Hoewel er geen genezing is voor epilepsie, kunnen frequente aanvallen meestal met medicijnen worden behandeld.
Samenvatting
Een aanval bestaat uit spontane, ongecontroleerde bewegingen zoals trillen, spiertrekkingen of peddelen van de benen, of veranderingen in bewustzijn of gedrag, die worden veroorzaakt door elektrische afwijkingen in de hersenen. Aanvallen kunnen worden gelokaliseerd, zoals in delen van het gezicht of gegeneraliseerd, waarbij het hele lichaam is betrokken. Tijdens een aanval kan een huisdier kwijlen en de controle over de blaas of de darmen verliezen. Het komt vaak voor dat huisdieren gedesoriënteerd verschijnen gedurende minuten of uren na een aanval.
In veel gevallen kan een aanval een geïsoleerde gebeurtenis zijn, veroorzaakt door een aantal redenen, zoals een lage bloedsuikerspiegel, infectieziekten, toxines, nier- of leverfalen of trauma. Alles wat de hersenen onder druk zet, zoals een tumor, kan ook epileptische aanvallen veroorzaken. Behandeling van de onderliggende oorzaak kan vaak de aanval-activiteit oplossen.
Wanneer aanvallen gedurende een periode van weken, maanden en jaren terugkeren, staat de aandoening bekend als epilepsie. Epilepsie wordt vaak 'idiopathische epilepsie' genoemd, wat betekent dat de exacte oorzaak van terugkerende aanvallen niet kan worden vastgesteld.
Epileptische honden kunnen op elke leeftijd aanwezig zijn, maar de meesten zullen hun ziekte bekend maken via door de eigenaar waargenomen toevalactiviteit vóór de leeftijd van vijf jaar. De aandoening kan variërende graden van ernst en vatbaarheid voor behandeling hebben. Terwijl zeer milde gevallen een uitstekende prognose hebben, kunnen een paar honden lijden aan een onverzettelijke vorm die bijna onvermijdelijk leidt tot euthanasie. De meeste honden vallen echter ergens in het midden.
Op basis van de evaluatie van ras- en lijnspecifieke aanleg voor epilepsie wordt vermoed dat deze aandoening kan worden overgeërfd. De wijze van overerving is echter nog niet uitgewerkt en lijkt te variëren afhankelijk van het betreffende ras. In sommige gevallen kunnen meerdere genen betrokken zijn.
Symptomen en identificatie
Tekenen kunnen sterk variëren in termen van lengte, frequentie en algemene manifestatie van de aanvallen. Over het algemeen kunnen tekenen zijn: trillen, spiertrekkingen, peddelen van ledematen, speekselvloed, urineren, ontlasting en veranderingen in het bewustzijn. Hoewel de meeste aanvallen slechts enkele minuten duren, moeten huisdieren die aanvallen van langere duur ervaren onmiddellijk door een dierenarts worden gezien. In de meeste gevallen is de timing van de aanvallen effectief onvoorspelbaar.
Typisch wordt idiopathische epilepsie pas gediagnosticeerd nadat alle andere voor de hand liggende oorzaken van toevallen uit de lijst met mogelijkheden zijn verwijderd. Een lichamelijk onderzoek en elementaire laboratoriumtests (compleet bloedbeeld, chemie, urineonderzoek) worden meestal aanbevolen. Toxicologiestudies, specifieke testen op infectieziekten en cerebrale spinale vloeistofanalyse kunnen ook zeer nuttig zijn, vooral voor patiënten met ernstige of schijnbaar progressieve symptomen. Geavanceerde beeldvormende onderzoeken (MRI of CT-scan) worden sterk aanbevolen voor dieren van middelbare leeftijd tot oudere dieren om hersentumoren of andere letsels uit te sluiten.
Betrokken rassen
Epilepsie kan bij alle hondenrassen voorkomen. De meest getroffen zijn onder meer de Belgische Tervuren, Brak, Berner Sennenhond, Cocker Spaniel, Collie, Duitse herder, Golden Retriever, Ierse setter, Keeshond, Labrador Retriever, Poedel, Dwergschnauzer, Sint Bernard en Rashman Fox Fox.
Behandeling
Idiopathische epilepsie zelf wordt als ongeneeslijk beschouwd, maar de ziekte kan worden beheerd met langdurig gebruik van geneesmiddelen. Deze medicijnen dienen meestal om de weerstand van de hersenen te verhogen tegen de abnormale elektrische impulsen die aanvallen veroorzaken.
Het meest voorkomende medicijn voor honden is fenobarbital, maar er zijn verschillende andere keuzes voor chronische therapie als dit medicijn ondraaglijke bijwerkingen veroorzaakt of als aanvallen ongecontroleerd blijven. Helaas zijn bijna alle andere geneesmiddelen keuzes aanzienlijk duurder. In bijna alle gevallen waarin medicamenteuze therapie wordt gekozen, is frequente monitoring van deze patiënten (meestal via serieel laboratoriumwerk) noodzakelijk.
Voor ernstigere patiënten kan de behandeling echter ook een ziekenhuisopname omvatten om meer ernstige episoden te beheersen, waarbij langdurige activiteit van aanvallen tot levensbedreigende gevolgen kan leiden.
Sommige honden hebben echter helemaal geen behandeling nodig. Honden met zeldzame aanvallen kunnen in feite meer vatbaar zijn voor het ervaren van de occasionele aanval dan voor het riskeren van de bijwerkingen van de geneesmiddelen die worden gebruikt om ze te behandelen.
het voorkomen
Er is geen bekende manier van preventie voor idiopathische epilepsie behalve een speciaal fokprogramma dat tracht het kenmerk uit te roeien via sterilisatie van getroffen dieren en op zijn minst alle eerstegraads familieleden.
Sommige aanvallen kunnen worden voorkomen door specifieke medicijnen te vermijden die de drempel voor aanvallen kunnen verlagen.
Dit artikel is beoordeeld door een dierenarts.